|
||||||||
|
Circulaire Cultuur, als het ware. Onze Man is dus niet echt je gitarist van om de hoek: hij leeft zeer bewust en probeert zijn negatieve voetafdruk zo klein mogelijk te houden, wat niet evident is voor iemand die veel reist omdat hij over de hele wereld gaat spelen. Je kunt de gitaren van Cosentino op meerdere tientallen platen horen, al is hij niet eens veertig: zo groot is zijn faam in het muziekwereldje en als ik voor deze plaat het etiket “jazz” heb gebruikt, dan deed ik dat alleen omdat de platenfirma dat zo heeft meegegeven in de data van de CD. Ampele beluistering van de plaat leert me echter dat er lang niet alleen jazz te horen valt: hele lappen klinken eerder als folk of zijn zelfs aan klassiek verwant. Hoe je ’t ook noemt, de reis die Cosentino hier onderneemt, is die naar de “diepte” van de baritongitaar: hij wil laten horen wat je met het lager klinkende broertje van de gewone gitaar zoal kunt aanvangen en dat doet hij aan de hand van een dozijn nummers, waarvan ruim driekwart door hemzelf geschreven zijn. Daarnaast is er een versie van Pat Metheny’s “One Quiet Night”, waarmee we in de jazzrock zitten en doet Cosentino een versie van G.F. Haendel’s “Lascia Ch’io Pianga” uit “Rinaldo”, dat velen zullen kennen van de versie van Sarah Brightman. De jazz-standard “Beautiful Love” van Victor Young krijgt een mooie bewerking van Cosentino, net als “Estate” van Bruno Martino, dat ook al bekend klonk in versies van João Gilberto en Chet Baker. Samengevat: dit is een ongemeen boeiende, louter instrumentale plaat, waarop de vele mogelijkheden van de baritongitaar op veel verschillende manieren uit de doeken gedaan worden. Absoluut te ontdekken, door ieder die zich melofiel noemt! (Dani Heyvaert)
|